Specifieke doelgroepen

Specifieke doelgroepen

Als wijkverpleegkundige kun je te maken krijgen met diverse doelgroepen binnen de populatie mensen met niet-aangeboren hersenletsel, die vaak te maken hebben met complexe neuropsychiatrische uitdagingen. Deze specifieke groep, aangeduid als NAH+, omvat cliënten met NAH die bijkomende psychiatrische, gedrags- en emotionele symptomen vertonen, wat de zorgverlening complexer maakt.

Door te begrijpen hoe neuropsychiatrische stoornissen zich uitten bij cliënten met NAH, kun je in de wijkzorg de zorg beter afstemmen op jouw cliënt en zijn of haar naasten.

Neuropsychiatrie


Neuropsychiatrische gevolgen van NAH is een verzamelterm voor een breed scala aan psychiatrische stoornissen, waaronder gedragsproblemen en persoonlijkheidsverandering, wordt geschaard. Kenmerkend is de directe of indirecte relatie met de aanwezige schade aan het brein. Vrijwel altijd is er een complexe verwevenheid met de aanwezigheid van neuropsychologische- en/of communicatiestoornissen.

 

Zoals in elk medisch diagnostisch proces dient op systematische wijze informatie verzameld te worden waarna een werkhypothese/conclusie wordt geformuleerd. Deze werkhypothese/conclusie kan dan als vertrekpunt dienen om tot een behandeladvies te komen. Het vaststellen van de indicatie voor behandeling is een gedeelde activiteit van de patiënt en de behandelaar waarbij met de wensen en vragen van de patiënt rekening gehouden wordt. Het resultaat van een behandeling moet ook steeds getoetst worden aan de geformuleerde werkhypothese/conclusie en indien nodig bijgesteld te worden op basis van de nieuw verkregen informatie.

 

Kenmerkende en specifieke elementen in de diagnostiek van neuropsychiatrische problematiek bij patiënten met NAH zijn: het onderliggende neurologische lijden, de specifieke lokalisatie hiervan in het brein en de aanwezige cognitieve stoornissen. Aard van het letsel is van belang in het bepalen van prognose. Lokalisatie van het letsel is van belang omdat een samenhang kan bestaan met het gedrag dat vertoond wordt. Bijvoorbeeld: de samenhang tussen een amotivationeel syndroom en een letsel gelokaliseerd in de mediofrontale regio van het brein. Wat betreft cognitieve stoornissen dienen naast stoornissen in kritiek en oordeelsfuncties en executief functioneren, ook alle aspecten van taal beschouwd te worden (taalproductie, taalbegrip en de cognitieve communicatiestoornissen) aangezien stoornissen in taal op zijn minst secundair van invloed kunnen zijn op gedrag (bijvoorbeeld begripsproblemen die leiden tot onrust en agitatie).

 

Het verzamelen van heteroanamnestische gegevens is essentieel. Vaak is er namelijk als onderdeel van de neurologische aandoening of door de neuropsychologische functiestoornissen sprake van onvoldoende zicht op en inzicht in het eigen functioneren. Voorbeelden zijn anosognosie bij rechts hemisferisch letsel of het ontbreken van ziekteinzicht en bijkomende oordeel- en kritiekstoornissen bij orbitofrontaal letsel die aanleiding geven tot gedragsproblemen in de thuissituatie of op het werk.

 

De wijze waarop diagnostiek verricht dient te worden is niet afhankelijk van de fase waarin de patiënt zich bevindt (acuut versus chronisch).


Prevalentie-cijfers na niet-aangeboren hersenletsel zijn wisselend en gaan veelal over psychotische symptomen na traumatisch hersenletsel, waarbij dan de posttraumatische amnesie periode vaak is meegenomen. Meestal worden deze symptomen niet gedifferentieerd van een delier. Dit in aanmerking nemend komt er een gemiddelde prevalentie van 5% uit, waarbij overigens het oorzakelijk verband tussen letsel en psychose niet vaststaat (1-3).

NAH+

Uitgangspunt voor de zorg voor mensen met NAH+ is persoonsgerichte zorg.


Goede zorg in het algemeen en dus ook voor mensen met NAH+ zijn:


Definitie NAH+

Er is sprake van een cliënt met hersenletsel en ernstige bijkomende problematiek (NAH+):

die zowel somatisch, psychisch als sociaal kunnen zijn;

samenhangen met het hersenletsel;

draagkracht van de cliënt, het systeem en/of de betrokken hulpverleners ernstig overschrijdt;

zodat de cliënt is aangewezen op een organisatie die zorg en behandeling biedt op een

hooggespecialiseerd zorg -en behandelniveau (in een hooggespecialiseerde fysieke omgeving).


Somatische zorg

De persoon met NAH+:


Behandelklimaat

De persoon met NAH+:


Zorgverleners:

persoon met NAH+ en kunnen zo het gedrag beïnvloeden.


De organisatie:


Klinimetrie:

Doordat NAH+ een nieuw concept is zijn er op dit moment geen gevalideerde en betrouwbare meetinstrumenten beschikbaar die differentiëren tussen NAH zonder ernstige bijkomende problematiek, NAH+. Echter zijn er veelbelovende instrumenten die de ernst meten van neuropsychiatrische gevolgen van NAH+ . 

 

Meetinstrumenten voor het meten van neuropsychiatrische gevolgen in zijn algemeenheid zijn: 


Meetinstrumenten die ingezet worden voor het meten van agressie zijn: 


Meetinstrumenten die ingezet worden voor het meten van apathie zijn:


Aanvullend wordt het volgende instrument geadviseerd: 

(1-3)

Bronnen en achtergrondinformatie